Introductie tapijten.
Tapijten komen in vele vormen voor. Tapijt is verkrijgbaar in rollen, stroken en tegelvormen. Ook wordt er vaak gesproken over
perzische of oosterse tapijten, maar wat wil dat nu allemaal zeggen? Wij gingen op zoek naar antwoorden.
Er zijn
verschillende soorten tapijten, afhankelijk van de gebruikte productietechnieken of structuur van het tapijt. De drie meest gebruikte technieken bij tapijt zijn: Tuften, weven en knopen. De structuur van een tapijt bestaat meestal uit drie delen: de rug (onderste deel), daarop het tuft- of draagdoek en daarop de pool (bovenste deel).
Opbouw van een tapijt:
De rug: wordt meestal gemaakt van schuimrubber of jute. Deze laatste is het sterkst maar voelt minder zacht aan.
Tuftdoek of draagdoek.
De pool: het bovenste deel, kan gemaakt zijn van verschillende materialen. (zie verder)
Technieken:
Tuften: Dit is de goedkoopste en meest voorkomende techniek waarbij de bevestiging van de garen in de tuftdoek met een machine gebeurt.
Weven: Deze techniek komt nog zelden voor, behalve voor specifieke soorten tapijten. Het is dan ook duurder dan getufte tapijten.
Knopen: Deze techniek wordt nog toegepast bij karpetten of bij oosterse tapijten. Het is dan ook de oudste en meest arbeidsintensieve techniek. Dit is dan ook de duurste techniek.
Andere: Behalve de hierboven vermelde technieken bestaat er ook nog het naaldvilt tapijt dat met behulp van een techniek 'vernaald' wordt. Verder kennen we nog het gebreid tapijt, vloktapijt en plak- of ribbeltapijt.
Structuur toplaag (= de pool):
Lussentapijt (Bouclé): het goedkoopste en meest eenvoudige tapijt. Het voelt wel minder comfortabel aan, maar neemt dan ook weer minder snel vuil op.
Open pool (Velours): Dit type waarbij de lussen zijn doorgesneden voelt zacht, glad en comfortabel aan. Enig vuil dat aanwezig is, is moeilijker zichtbaar. Deze tapijten hebben een soort van schaduweffect omdat de lussen doorgesneden zijn.
Frisétapijt: Hier worden de lussen doorgesneden en vervolgens gedraaid (= gefriseerd) waardoor een levendig tapijtoppervlak wordt verkregen.
De gebruikte materialen van de pool kunnen zijn:
Wol: oogt mooi, voelt warm en comfortabel aan en het heeft een hoge veerkracht. Wol slijt echter wel iets sneller dan synthetische materialen.
Synthetische materialen: meestal wordt de voorkeur gegeven an polyamide (Nylon). Dit voelt relatief zacht aan, ziet er goed uit en is toch de stevigste uit het rijtje met materialen. Dankzij een behandeling kan het antistatisch en vuilwerend gemaakt worden. Polypropyleen daarentegen is iets minder populair: het voelt ook veel harder aan. Polyester tot slot is de zachtste en zeker ook sterk, maar niet zo veerkrachtig.
Natuurlijke vezelmaterialen: ecologisch is trendy en dat merk je ook bij tapijten. Kokos, jute, zeegras en jute zijn vier natuurlijke vezels die deze trend leiden. Een nadeel kan zijn dat er verkleuring kan plaatsvinden als deze teveel aan zonlicht worden blootgesteld. Een goede zonwering blijft dan wel belangrijk. Deze materialen voelen wel relatief ruw en hard aan, maar ze zijn vrij goedkoop en heel sterk.
Steentapijt info
Een steentapijt is geen gewoon tapijt, maar een naadloze korrelvloer. Een steentapijt bestaat uit duizenden, miljoenen kleine steentjes.
Lees hier meer over steentapijten.
Tapijt of karpet?
In deze reeks artikelen zal u merken dat tapijten en karpetten als begrip toch een beetje door elkaar gebruikt worden. Dit komt doordat karpetten en tapijten veelal dezelfde kenmerken kennen. Er is echter wel een groot verschil: een karpet is eigenlijk een vloerkleed en dus niet vastgehecht aan de grond. Terwijl vasttapijten de vloer van een hele ruimte bekleden, nemen karpetten slechts een bepaald deel van de ruimte in en hebben ze in veel gevallen grotendeels een decoratief karakter. Een tapijt op zich kan ook een los vloerkleed (of wandkleed) zijn.